Lieve allemaal,

Ondertussen ben ik al ruimschoots over de helft van mijn reis... Ik wil nog niet naar huis, maar het komt helaas steeds dichter bij!
Op dit moment ben ik in Tekapo, dat ligt aan Lake Tekapo (ja alweer een meer, die zijn hier overal ). Het is een klein dorpje met ongeveer 300 inwoners en er is niet zoveel te doen, maar het is wel even lekker rustig hier! De afgelopen 1,5 week ben ik vooral met dezelfde groep mensen geweest, dat was wel echt heel gezellig!

Vorige week dinsdag (29 oktober) vertrokken we met de bus met driver Romeo en trainee driver Chilli van Wanaka naar Queenstown, oftewel 'Adventure Capital of the World'!
Toen we 's middags met de bus aankwamen, zag Queenstown er al gelijk heel gezellig uit. Er waren veel mensen en winkels en het leek een stuk levendiger dan veel andere plekken waar ik geweest ben. 's Avonds hadden we met de groep van Stray een kroegentocht. Dit was de eerste keer echt uitgaan in Nieuw-Zeeland, dus dat was heel leuk! We hebben veel verschillende barren bezocht, waaronder de Ice Bar. Daar kreeg je een dikke winterjas, omdat binnen alles van ijs was.
Het was een hele gezellig avond!
Na de volgende dag lekker uitgeslapen te hebben, ben ik met Pascalle en Tami in een mega steile kabelbaan de heuvel/berg opgegaan bij Queenstown. Daarboven had je een baan waar je een soort Mario kart karretjes had en je naar beneden kon racen. Ondanks de regen, mist en enorm koude handen was dit echt heel grappig en leuk om te doen!
Op donderdag vertrokken we met een nieuwe driver Thor en Chilli naar het zuiden voor de Deep South, oftewel de trip naar Milford Sound, Gunns Camp en Stewart Island. Milford Sound is een fjord met hele hoge bergen eromheen waar allemaal watervallen zijn als het regent. Met een boot hebben we 2 uur lang in de fjord gevaren, heel bijzonder. Het was die dag Halloween, dus we waren allemaal (een beetje) verkleed. Alle Aziaten op de boot in Milford Sound keken ons daarom wel een beetje gek aan, maar het was heel grappig. Na Milford Sound reden we naar Gunns Camp, dit is een soort huisjespark waar vroeger families woonden van de mensen die de weg naar Milford Sound bouwden. Het ligt in de middle of nowhere aan een rivier en er zijn allemaal kleurrijke huisjes. Er is geen telefoonsignaal en 's avonds om 22.30 gaat alle stroom eraf waardoor het helemaal donker is. Voordat het donker werd, hebben we met de groep Halloween spelletjes gespeeld: zoals een appel uit water happen met je mond en daarna een snoepje in meel zoeken. Het was echt heel gezellig! Toen het licht uitging was het ook wel een beetje eng, omdat het echt pikdonker was, maar het was een unieke ervaring!

Op vrijdag vertrokken we van Gunns Camp naar Bluff waar de boot zou vertrekken naar Stewart Island, het kleine eilandje onder het zuid eiland. Onderweg kwamen we nog langs Lake Gunn, waar het water zo helder was dat het een spiegel leek! Thor zei dat hij dat in 1 jaar pas 1 keer eerder had gezien, dus we hadden daar geluk mee. Vanaf Bluff vertrok de veerboot naar Stewart Island en dit was een hele ervaring: de zee was nogal ruig en de boot was vrij klein, dus hij ging nogal op en neer. Gelukkig ben ik niet zeeziek geworden!

Stewart Island is voor 85% National Park en er leven kiwi's (vogels die alleen in NZ leven) in het wild. Ze zijn alleen 's nachts te vinden en je moet veel geluk hebben om kiwi's te spotten. Desondanks ging we het toch proberen, nadat we de All Blacks de halve finale van het rugby WK hadden zien verliezen tegen Engeland.
Na 45 minuten in het donker lopen was ik er klaar mee en ben ik terug gegaan. 2 anderen hebben het 2,5 uur lang geprobeerd en hebben ze alleen gehoord en niet gezien, dus ik was blij dat ik het bij 3 kwartier had gelaten!
De volgende ochtend (zaterdag) heb ik een wandeling gemaakt langs een paar baaien op Stewart Island en door het bos. Het voelde echt als een regenwoud, omdat het zo vochtig was en je alleen maar vogels en de wind hoorde! Vervolgens was het alweer tijd om met de veerboot terug te gaan naar Bluff en terug te rijden naar Queenstown voor nog 2 nachtjes daar.

Op zondag was het tijd voor... de grootste schommel ter wereld! Ik zou deze eigenlijk op woensdag al doen, maar toen was het te winderig en was hij gecanceld. Ik ging het samen met Tami doen. De schommel hing op 150 meter hoogte, en je hebt een vrije val van 70 meter. Dit is vanaf een huisje dat tussen 2 bergen inhangt. Om bij het huisje te komen van de schommel, moest je eerst met een nogal wiebelende brug er naar toe, zo eng! Eerst zagen we nog een aantal anderen op de swing gaan en dit zorgde voor alleen maar meer stress. Op het moment dat wij op de swing mochten, was ik zo bang! (Dit kun je zien bij de foto's, als je het filmpje wil om de beelden van mijn bange gezicht te zien kun je me een appje sturen ) droppen je naar beneden en dan zit je dus op een reuzenschommel. Ik vond het echt doodeng, maar toen we eenmaal aan het schommelen waren was het zo gaaf! Ik ben heel blij en trots dat ik dit gedaan heb!
De rest van de dag was lekker relaxed en gezellig met de anderen: pizza eten en biertjes drinken op het strand bij het meer.

Op maandag was het tijd om afscheid te nemen van Queenstown en de bus te nemen naar Mount Cook, de hoogste berg in Nieuw-Zeeland! Dear hebben we een mooie wandeling gemaakt langs de Hooker River naar Hooker Lake, waar ijs in het water is. 2 jongens van mijn groep en de 2 drivers gingen daar zwemmen haha, dat was heel grappig!
's Avonds lekker samen gegeten en nog geprobeerd sterren te kijken (het was meer cloudgazing dan stargazing helaas ).
Gisteren gingen we richting Peel Forest, maar ik ben met een paar anderen voor 2 nachtjes uitgestapt in Tekapo. Daar heb ik nu 2 rustige daagjes gehad: lekker uitgeslapen, wasjes gedraaif en vandaag ben ik met Pascalle en Janetta (een Fins meisje) de Mount John hier opgeweest, dat gaf mooi uitzicht over Lake Tekapo!

Morgen ga ik naar Peel Forest en daarna zijn er nog maar een paar plekken over waar ik heen ga. Ik geniet hier elke dag en heb het nog altijd heel erg naar mijn zin!

Dikke kus van mij!